fbpx

Niet alleen in personenvervoer en logistiek, maar ook in de bouw is de transitie naar elektrisch ingezet. Sterker nog: de bouw- en infrasector zou wel eens de snelste transitie kunnen doormaken van alle sectoren. De sector is nog gevoeliger voor uitstootplafonds (o.a. stikstof) dan de transportsector, omdat dit direct leidt tot het stilleggen of niet doorgaan van projecten. De nood is dus hoog. Daarnaast kan de bouw mooi meeliften op de ervaring die in de transportsector is opgedaan. EVConsult werkt samen met diverse opdrachtgevers aan het versnellen van deze transitie in de bouwsector, waarbij we kunnen putten uit de parallellen met de elektrificatie personen- en goederenvervoer. In dit eerste artikel in de serie emissieloos bouwen, gaan we in op de ontwikkelingen in de markt die we hebben onderzocht samen met Rijkswaterstaat en ProRail.

Transitiepaden SEB

Het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat heeft samen met andere grote opdrachtgevers in de bouw en infra transitiepaden uitgewerkt voor bouwlogistiek en bouwmaterieel, als onderdeel van het bredere programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) . Met name voor bouwmaterieel is het lastig te bepalen waar we nu staan op deze paden, omdat veel bouwmachines niet centraal geregistreerd worden. Het hoge ambitieniveau van de transitiepaden (2028 volledig emissieloos voor licht materieel en 2035 voor al het materieel) vraagt om actie vanuit zowel markt als overheid om barrières te doorbreken en daarmee snel op te schalen. EVConsult dook in de data en sprak met aannemers, brancheverenigingen, en machinebouwers en -importeurs om de stand van zaken en ontwikkelingen in kaart te brengen Hieruit kwamen vier belangrijke bevindingen naar boven:

  1. De elektrificatie van bouwmaterieel komt snel op gang, maar met name in de zwaardere vermogensklassen is verdere versnelling nodig om de transitiepaden te halen;
  2. Elektrificatie van bouwlogistieke voertuigen en tractoren die in de bouw worden gebruikt, gaat minder snel dan de elektrificatie van bouwmachines (materieel);
  3. Momenteel bestaat vrijwel het volledige emissieloze machinepark in Nederland uit omgebouwde fossiele machines;
  4. De transitie brengt ook kansen: vanwege efficiënter gebruik is naar verwachting in de toekomst minder (emissieloos) materieel nodig om dezelfde arbeid te verrichten.

Dat er interesse is vanuit de bouwsector naar elektrisch bouwmaterieel is wel duidelijk. Zo was het subsidiebudget voor elektrisch bouwmaterieel van 60 miljoen in 2023 al in 1 dag overtekend.

Uitdagingen

In de interviews spraken wij de partijen ook over de haalbaarheid van de transitiepaden en wat zij als belangrijkste uitdagingen en kansen zien. Hierin komen twee overkoepelende uitdagingen duidelijk naar voren:

Uitdaging 1: Er is nog onvoldoende schaal in productie van emissieloos materieel
Nederland heeft een relatief hoge behoefte aan emissieloos materieel, o.a. vanwege de stikstofproblematiek. Voor de grote internationale machinebouwers is onze markt op zichzelf echter een speldenprik. Hoewel de eerste serieproductie hier mondjesmaat op gang komt, is het overgrote deel van de emissieloze machines nu nog fossiele modellen die op Nederlandse bodem worden omgebouwd. Om de transitiepaden te halen, is meer schaal met efficiëntere productie nodig.

Uitdaging 2: Er wordt nog onvoldoende investeringszekerheid ervaren
Een elektrische machine kost momenteel nog 2 tot 3,5 keer zoveel als een fossiele machine. Overheid en opdrachtgevers zetten hier een aanschafsubsidie en hogere tarieven in bouwprojecten tegenover. Toch wordt met name door aannemers met minder investeringsruimte nog teveel onzekerheid ervaren of deze kosten op een redelijke termijn terugverdiend kunnen worden, omdat structurele inzet van deze machines nu nog niet gegarandeerd is. Enerzijds zit dit in de mate waarin nu emissieloos wordt aanbesteed en anderzijds zit dit in operationele en procedurele drempels op de bouwplaats. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de beschikbaarheid en capaciteit van laadinfrastructuur. In een volgend deel van deze serie gaan we verder in op deze uitdaging.

Om het aandeel elektrische bouwmachines te vergroten is in het programma SEB een convenant opgenomen, waarin opdrachtgevers zich committeren aan de percentages emissieloos materieel die in de transitiepaden zijn opgenomen. Hierdoor komt nu beweging in de markt op gang en is er al zicht op meer investeringszekerheid in de toekomst.

Marc Peerdeman (Rijkswaterstaat): “EV Consult maakt een nuttige projectie het beschikbare en gewenste materieel. Het rapport bevestigt dat de Roadmap goed in elkaar zit en dat we moeten blijven werken aan de beschikbaarheid van middelzwaar en zwaar materieel en de voorwaarden voor de inzet daarvan.” 

Ons advies

EVConsult heeft voor Rijkswaterstaat en ProRail een raamwerk gemaakt voor jaarlijks terugkerende monitoring waarin de belangrijkste KPI’s en beïnvloedende factoren voor de transitie terugkomen. Daarnaast hebben wij concrete acties op het gebied van aanbesteden en nationaal/regionaal beleid voorgesteld om de transitiepaden te halen. Hierbij putten wij uit onze ervaring die we hebben opgedaan in talloze beleidsprojecten in soortgelijke sectoren, zoals openbaar vervoer en logistiek. Zoals we bijvoorbeeld bij busconcessies hebben gezien, is het scheppen van een duidelijk handelingsperspectief voor marktpartijen in het hervormen van hun machinepark, noodzakelijk. Op korte termijn is een doelmatige inzet van overheidsgelden nodig om de business case aantrekkelijk te maken. Daarnaast kan op de langere termijn de toepasbaarheid van marktmechanismen als hernieuwbare energie eenheden (HBE’s) onderzocht worden. Tot slot is in voortrajecten ondersteuning bij het realiseren van de laadinfrastructuur en vergunningentrajecten noodzakelijk.

Achtergrond lichtgrijs