Netcongestie zet de energietransitie onder druk, maar volgens EVConsult-consultant Hensley Djoe zijn er nu al middelen om de problemen het hoofd te bieden. “Met netbewust laden, flexibiliteit en betere samenwerking kunnen we de bestaande netcapaciteit slimmer benutten – en zo de transitie juist versnellen.”

De stap van voorspellen naar versnellen

Voordat Hensley bij EVConsult startte, werkte hij jarenlang in en rond de wereld van de netbeheerders. “Ik wilde dichter op de praktijk zitten,” vertelt hij. “Niet alleen prognosticeren wat er over 10 jaar of meer nodig is, maar organisaties nú helpen om slimmer met netcapaciteit om te gaan.”

Die achtergrond komt goed van pas. “Ik weet hoe complex het voor een netbeheerder is om beslissingen te nemen. Veiligheid en betrouwbaarheid staan voorop, maar dat betekent ook dat veranderingen langzaam gaan.”

“Een nieuw onderstation bouwen duurt 5 tot 7 jaar, waarvan het grootste deel van de tijd gaat zitten in de voorbereiding. Als we de energietransitie willen versnellen, moeten we niet alleen naar techniek kijken, maar ook naar beleid, processen en samenwerking.”

De realiteit van netcongestie

De wachttijden voor nieuwe aansluitingen nemen toe. Dit is volgens Hensley geen verrassing, maar een gevolg van de veranderende omstandigheden. “Netbeheerders investeerden voorheen op basis van concrete, bekende aanvragen. Ze wisten precies welke vraag eraan kwam en konden daarop anticiperen. Knelpunten werden zo effectief voorkomen. Nu zien we echter dat de vraag naar vermogen steeds onbekender is en vaak sneller opkomt, waardoor plotseling knelpunten ontstaan die we niet hadden kunnen voorspellen.”

Hij ziet dat de groei ongelijk verloopt. “De ene regio zit vol, de andere heeft nog ruimte. Gemeenten die versneld willen verduurzamen, lopen daardoor soms tegen grenzen aan die niemand had voorzien.”

“Het komt zelden voor dat er echt te weinig stroom is” benadrukt hij. “De uitdaging is dat de infrastructuur niet overal tegelijk kan meegroeien. Door slim te sturen kunnen we veel meer doen met wat we al hebben.”

Netbewust laden: slim omgaan met capaciteit

Een belangrijk instrument om netcongestie te verminderen is netbewust laden – elektrische voertuigen laden op momenten dat er ruimte is op het net, en terugschakelen tijdens piekbelasting.

“Het principe is eenvoudig: niet alles hoeft tegelijk,” legt Hensley uit. “Door laadsessies te spreiden of tijdelijk te beperken, benut je de capaciteit optimaal. Dat vraagt afstemming tussen bedrijven, gemeenten, netbeheerders en exploitanten, maar de winst is groot. Het voorkomt overbelasting, vermindert wachttijden en bespaart investeringen.”

Flexibiliteit als nieuwe grondstof

Naast slim laden ziet Hensley veel potentie in flexibiliteit: het tijdelijk aanpassen van energieverbruik of opwek om het net te ontlasten. “Bij EDSN werkte ik mee aan het platform GOPACS– een tool waar bedrijven hun flexibele vermogen kunnen aanbieden aan netbeheerders. Dat is een slimme manier om lokaal congestie te verlichten. De potentie is enorm, maar de drempel om mee te doen is nog hoog. De paradox is dat de flexibiliteitsmarkt zelf nog niet flexibel genoeg is.”

Volgens Hensley is dat een kwestie van tijd. “Zodra regelgeving en datadeling beter zijn geregeld, kan flexibiliteit echt een volwaardig instrument worden. Dan ontstaat een markt waarin bedrijven beloond worden om het net te helpen in plaats van het te belasten.”

Beleid, tempo en samenwerking

De nationale ambities voor elektrisch vervoer en verduurzaming zijn groot, maar de uitvoering stokt.
“Het beleid is ambitieus, maar de uitvoering moet in hetzelfde tempo mee. Je kunt niet van gemeenten verwachten dat ze emissieloos bouwen als het net nog niet klaar is.”

Toch is versoepeling volgens hem niet de oplossing. “Je kunt de regels afzwakken, maar dat lost het probleem niet op. Het helpt meer om beleid, uitvoering en netbeheer vanaf het begin beter op elkaar af te stemmen. Als plannenmakers, gemeenten en netbeheerders eerder samen aan tafel zitten, voorkom je knelpunten achteraf.”

Van beleid naar praktijk

Binnen EVConsult vertaalt Hensley zijn visie naar concrete projecten. Zo werkte hij met de gemeente Almere aan de vraag hoe emissieloos bouwen mogelijk blijft bij beperkte netcapaciteit,
en heeft hij namens de NKL een quickscan uitgevoerd naar de scope van een nieuwe DC basisset. “De basisset geeft een overzicht van de uitgangspunten en eisen die je moet of kunt stellen bij de realisatie van DC-laadinfrastructuur.”

“Dat soort projecten laat zien dat de oplossing niet alleen technisch is,” zegt hij. “Het draait om afstemming en inzicht. Gemeenten willen verduurzamen, bedrijven willen doorgaan en netbeheerders willen bedrijven en gemeenten faciliteren door het net uit te breiden, maar dat lukt ze niet op tijd. Onze rol is om die werelden bij elkaar te brengen. We rekenen scenario’s door, delen kennis en helpen keuzes te maken die in de praktijk werken.”

Zijn ervaring bij netbeheerders helpt daarbij. “Ik weet hoe besluiten genomen worden en waar de grenzen liggen. Daardoor kunnen we als EVConsult advies geven dat niet alleen ambitieus is, maar ook uitvoerbaar. Dat maakt het verschil.”

Een markt in transitie

Hensley ziet de komende jaren als een kantelpunt. “Elektrisch vervoer is inmiddels concurrerend, ook zonder subsidies. Bedrijven blijven elektrificeren, en dat zorgt voor druk op het net – maar het stimuleert ook innovatie.”

Volgens hem gaat het erom die groei in goede banen te leiden. “Als we netbewust laden breed toepassen en flexibiliteit benutten, kunnen we de energietransitie versnellen zonder overal te hoeven uitbreiden. Dan maken we van een probleem juist een katalysator voor vernieuwing.”

Samen sneller vooruit

Wat volgens Hensley nog te weinig gebeurt, is het delen van informatie. “Iedereen werkt nu vanuit zijn eigen perspectief: de netbeheerder bouwt, de gemeente ontwikkelt, de ondernemer investeert.
Maar als je die plannen beter op elkaar afstemt, kun je veel eerder knelpunten voorkomen.”

Daar ligt volgens hem de kracht van EVConsult. “Wij brengen partijen samen, vertalen data naar beslisinformatie en helpen om gezamenlijk te plannen. Dat is de enige manier om de energietransitie echt te versnellen.”